Eelco Runia (Vlaardingen 1955) is de zoon van Jippe Runia en Hetty Runia-Algra en kleinzoon van de historicus Hendrik Algra, studeerde geschiedenis en psychologie aan de Universiteit Leiden. Na zijn afstuderen werkte hij als psycholoog bij de Afdeling Huisartsgeneeskunde van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Naast zijn werk als psycholoog was hij actief als freelance journalist (Intermediair en NRC), was hij visiting scholar aan het Netherlands Institute for Advanced Studies en schreef hij zijn proefschrift, De pathologie van de veldslag. Geschiedenis en geschiedschrijving in Tolstoj’s Oorlog en vrede (dat werd genomineerd voor de Gouden Uil voor het beste Nederlandstalige non-fictieboek van 1995). Nog tijdens zijn loopbaan als psycholoog verscheen ook zijn Waterloo Verdun Auschwitz, De liquidatie van het verleden (1999) waarin hij onderzocht hoe naties en culturen historische traumata verwerken.
Van 1999 tot 2003 had Runia een praktijk als coach/supervisor voor huisartsen en medisch specialisten. In deze periode schreef hij zijn eerste roman, Inkomend vuur, waarin verhaald wordt hoe een Srebrenica-veteraan worstelt met het burgerlijke leven in een welvarende Nederlandse voorstad. Het boek had een sterk verdeelde respons, van zeer negatief tot zeer positief, werd genomineerd voor het beste literaire debuut van 2003 en leidde tot een debat over de opvang van (en nazorg voor) militairen die deelgenomen hadden aan vredesmissies.
Na 2000 verschoof Runia’s belangstelling hoe langer hoe meer van de manier waarop culturen historische traumata verwerken naar de manier waarop ze catastrofale historisch gebeurtenissen veroorzaken. In 2002 diende hij, hoewel nog werkzaam als freelance psycholoog, een subsidieaanvraag in voor het geschiedfilosofische project Committing history – dat beoogde te onderzoeken hoe en waarom naties en culturen zich in ongewisse historische avonturen storten. Na toekenning van de (VIDI-)subsidie trad hij (in 2003) als research fellow in dienst van de Afdeling Geschiedenis van de Rijksunversiteit Groningen. In 2005 zette hij daar het Centre for Metahistory Groningen op, waarvan hij voorzitter werd. In 2007 verving hij (als visiting associate professor) de gerenommeerde geschiedtheoreticus Hayden White aan Stanford University. In 2014 bekleedde Runia de Avenali Chair in the Humanities van de University of California in Berkeley. Als geschiedtheoreticus schreef hij onder meer Moved by the Past. Discontinuity and historical mutation (2014), publiceerde hij tal van artikelen en gaf hij veelvuldig lezingen. Zijn werk werd vertaald in het Duits, Italiaans, Hongaars, Russisch, Chinees, Ests en Pools.
Ontevreden over de bureaucratisering van de universiteit, het niveau van het onderwijs en het academische werkklimaat nam hij in 2018 ontslag bij de Rijksuniversiteit Groningen. Het artikel dat hij in de NRC schreef over de redenen om te vertrekken leidde tot veel ophef.
Sinds 2018 werkt Runia als zelfstandig onderzoeker en schrijver. Hij geeft lezingen, schrijft voor (onder meer) NRC, Trouw en De Groene Amsterdammer en publiceert boeken. In zijn recente werk, verschenen in kranten en tijdschriften, benadert hij de politieke en culturele actualiteit vanuit een historisch/filosofisch perspectief. Tot zijn thema’s behoren de opkomst van het populisme, de hang naar sublieme historische gebeurtenissen, de veranderende tijdsbeleving, elitevorming en maatschappelijke in- en uitsluiting.
Runia heeft twee kinderen en woont in de winter op het Groningse platteland en in de zomer aan de Noordhollandse kust.